Opération Ami 8 Électrique. Er reden al een stuk of 20 elektrische eenden, Dyane’s, besteleenden en een Mehari onze garage uit. Allemaal zacht zoemend, comfortabel, met open dak als pretmobiel of juist utilitair voor leuke bedrijven. Maar zouden we ook nog meer luxe binnen de elektrische A-types kunnen creëren? We gingen bij de historie van Citroën te rade.
Je hoeft je vakantie helemaal niet gestresst te beginnen, in lange rijen op Schiphol, in je hotel aankomen zonder koffers. Je kunt ook gewoon lekker dit eendje kopen, het dakje oprollen, je (kampeer)spullen achterin gooien en Nederland of buurlanden gaan verkennen!
Dit eendje vonden we recent in een garagebox dichtbij. Op zo’n plek waar je al tientallen jaren langs rijdt, zonder te weten wat er stilletjes stof staat te vergaren. Hij is van ’60, in België gebouwd, vlakbij Rotterdam door Luveto geleverd en daarna door iemand uit Wormerveer bereden.
In de seventies waren bijna alle eenden fel gekleurd, weet je nog. Lekker oranje, knalgeel of grasgroen. Heerlijk en vrolijk.
Dit eendje werd nieuw in België geleverd en kwam in ’91 naar Nederland. Sindsdien heeft hij hier maar 1 eigenaar gehad en die heeft goed voor hem gezorgd.
Terug op het nest; deze fantastische eend. Al bijna 20 jaar bij ons in onderhoud, lang in handen van 1 familie.
Na de start van de productie van de Dyane, de bedoelde opvolger van de eend, was er al snel behoefte aan meer snelheid. In ’68 kwam de Dyane D6 op de markt, welke de 602cc-motor van de Ami 6 gebruikte. Een paar maanden later werd een nieuwere versie van de 602cc-motor leverbaar, een die van meer toeren hield en in bijna dezelfde vorm in de Ami 8 en later in de 2cv6 toegepast werd.
In aanbouw, met moderne techniek.
In 1967 kwam hij dan eindelijk op de markt, de langverwachte opvolger van de eend. Ze heette Dyane, was technisch vergelijkbaar met de 2cv, maar had strakkere lijnen.
In Luik werd deze AZAM6 gevonden, in de jaren ’90. Toen al best een zeldzame verschijning. Hij werd naar Nederland ontvoerd en daar gerestaureerd. We weten niet precies hoe hij eraan toe was, maar hij kreeg in ieder geval nieuwe bodemplaten en wat andere delen.
Eendjes werden niet voor de eeuwigheid gemaakt. De lage prijs gaf geen ruimte voor materialen van hoogwaardige kwaliteit en het bedrijfsmodel van Citroën vond het na een jaar of 8 ook weer hoog tijd voor vervanging. Ons klimaat en weinig onderhoud deden er nog een schepje bovenop, resultaat is dat er niet veel echt oude eendjes meer over zijn.